Auxine is een belangrijk biologisch plantenhormoon dat een cruciale rol speelt in de groei en ontwikkeling van planten. Het werd voor het eerst ontdekt door de Nederlandse wetenschapper Frits Went in de jaren 1920, toen hij experimenteerde met de groei van planten en ontdekte dat er een stof was die verantwoordelijk was voor de richting van plantengroei.
Het woord “auxine” is afgeleid van het Griekse woord “auxein”, wat “te doen groeien” betekent, en deze naam is heel toepasselijk, gezien de rol van het hormoon in de groei van planten. Auxine wordt geproduceerd in de uiteinden van de stengels, vooral in de toppen van groeiende scheuten en in de wortels van planten. Van daaruit verspreidt het zich door de plant, waar het verschillende groeiprocessen reguleert.
Een van de belangrijkste functies van auxine is het bevorderen van celstrekking. Wanneer auxine aanwezig is in hogere concentraties aan één kant van een plantencel, veroorzaakt het een verhoogde elasticiteit van de celwand aan die kant, waardoor de cel kan uitrekken. Dit proces is verantwoordelijk voor de richting van de groei van planten, zoals de kromming van de stengels naar het licht toe (fototropisme) of de groei van wortels naar beneden toe (geotropisme).
Naast celstrekking reguleert auxine ook andere groeiprocessen, zoals celverdeling, wortelontwikkeling, blad- en vruchtvorming, en de reactie van planten op stressfactoren zoals zwaartekracht, licht en wonden. Het is een veelzijdig hormoon dat de groei en ontwikkeling van planten op vele niveaus beïnvloedt.
De ontdekking van auxine heeft geleid tot een beter begrip van hoe planten groeien en zich ontwikkelen, en het heeft belangrijke toepassingen in de landbouw en tuinbouw. Auxine wordt bijvoorbeeld gebruikt in plantenveredeling, om de groei van gewassen te stimuleren, de vorming van wortels bij stekken te bevorderen, en om de vruchtontwikkeling te verbeteren. Het is een waardevol instrument geworden in de handen van tuinders en wetenschappers die streven naar een beter begrip van plantengroei en naar manieren om de opbrengst en kwaliteit van gewassen te verbeteren.